Amsterdam Sinfonietta betovert nieuwkomersjongeren
De afgelopen weken hebben de leerlingen van ons programma voor nieuwkomersjongeren in Hilversum al de eerste ervaring opgedaan met het bespelen van klassieke instrumenten zoals de viool en de contrabas. Maar een echte orkestrepetitie bijwonen, dat gebeurt vandaag voor het eerst.
Nieuwsgierig betreden de leerlingen de repetitieruimte in het Muziekgebouw aan ‘t IJ. Hier zit het orkest Amsterdam Sinfonietta op hen te wachten. Als alle jongeren een plekje hebben gevonden, barst de muziek los, wat sommigen letterlijk op doet springen. Met het lied ‘Bienvenue’ wordt de groep muzikaal welkom geheten.
Een repetitie gaat natuurlijk om concentratie en oefenen, maar het jonge publiek is dusdanig enthousiast dat ze ook tussen de nummers door en zelfs tijdens de stiltemomenten in de muziek spontaan applaudisseren. Wanneer de strijkers aanzetten gaan tientallen schoudertjes als vanzelf mee omhoog en hanteren een paar leerlingen hun eigen onzichtbare strijkstok.
Als afsluiter van de repetitie voeren de leerlingen en het orkest samen het lied ‘Wij zijn muzikanten’ uit. In dit lied worden de jongeren uitgenodigd hun eigen naam te zingen en laten de musici hun instrument even horen zonder het voltallige orkest. Daarna is het tijd om zelf aan de slag te gaan en te kijken wat ze nog weten van de vorige lessen viool of contrabas. ‘Wie weet nog hoe het zat met die snaren?’ vraagt de docent contrabas aan de groep. ‘De D, de A en de…’ ‘De BC!’ roept een leerling enthousiast. Hoezeer muziek en taal verwant zijn, merken de jongeren vandaag weer spelenderwijs.
Het is een dag vol nieuwe indrukken en woorden. De bevlogen docenten laten de leerlingen oefenen op de instrumenten. En als er dan geluid komt uit de violen op de melodie van de spreuk ‘laat maar eens horen,’ zijn de muzikanten in spé meer dan trots en de leden van het Amsterdam Sinfonietta niet minder.