“Je leert net zoveel van hen als zij van jou.”
Sander Koenen noemt zichzelf ‘creative’ van beroep, wel zo passend bij het brede scala aan werk dat hij doet. Journalistieke artikelen, biografieën, kinderboeken, workshops, lezingen en een theatervoorstelling met astronaut André Kuipers vormen nog maar een deel van zijn beroepspraktijk.
Sinds 2007 staat Sander ook als gastdocent voor de klas bij het programma voor weekendscholen in Groningen, met het vak Journalistiek.
Je hebt journalistiek gestudeerd?
“Ja, ik wist al heel jong dat ik journalist wilde worden, vanaf dat ik een jaar of tien was. Ik maakte toen reportages voor de schoolkrant over hondenpoep in de buurt enzo, zelfs met fotootjes erbij. Ik had twee heel prominente eigenschappen, ik was nieuwsgierig en ongeduldig. Extreem ongeduldig. Ze noemden mij ‘Sander van de hak op de tak’. Was ik tien minuten met iets bezig, wilde ik al wat anders doen. Na mijn studie journalistiek deed ik een jaartje filosofie, toen nog twee jaar geschiedenis. Daarna ben ik blijven leren, dat vind ik het leukste, altijd nieuwe dingen leren. Dat is waarom het vak van journalist zo mooi is. Omdat je de vaardigheden van een journalist op heel veel manieren kunt inzetten. Bij al die vormen moet je elke keer weer een nieuwe wereld leren kennen en daar word ik echt heel blij van.”
Wat doe je precies voor IMC Weekendschool Groningen?
“Doorgaans geef ik de allereerste les van de hele opleiding die ze krijgen. Dat is een hele eer en ook een mooie kans. Mijn vak gaat over nieuwsgierigheid en wat je bereikt als je nieuwsgierig bent. Dan moet je dus ook moed hebben, op iemand af durven te stappen, durven om dingen te ondergaan. Ook als je misschien denkt: ik vind het spannend, misschien gaat het wel mis. Dat kan. Maar als je dan toch durft, dan gaat er een wereld voor je open die zo waanzinnig is en waar zoveel mogelijkheden in zitten. De leerlingen hoeven echt geen journalist te worden allemaal, maar ze gaan zelf actie ondernemen en zo ontdekken wat ze allemaal kunnen doen. Na drie jaar weekendschool zijn ze zoveel gegroeid in hun karakter, doorzettingsvermogen, vaardigheden, noem maar op. De wereld ligt aan hun voeten, dat is zeker.”
Zie je jezelf zitten in die klas?
“Ja, absoluut. Ik kan heel goed bij hoe ik me voelde toen ik tien was. Dat helpt ook erg bij het schrijven van kinderboeken of lesmateriaal. Ik denk ook dat als de weekendschool er was geweest toen ik jong was, ik minder lang onzeker was geweest en eerder, nog eerder, dingen had gedurfd.”
Hoe ziet jouw les op de weekendschool eruit?
“Eerst gaan de kinderen elkaar vragen stellen en zich aan elkaar voorstellen. Zo leren ze meteen een stukje interviewen en parafraseren. We praten over het onderscheid tussen feit en fictie en bespreken de basisvragen van een nieuwsbericht: wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe. Ze leren zelf een nieuwsbericht schrijven en dat lezen ze voor, met applaus als het gelukt is. Dan zie je maar één gedachte: ‘Te gek, ik kan dit!’. Mijn doel is dan bereikt. Je ziet het zelfvertrouwen toenemen waar je bij staat.”
Is dat ook wat jou motiveert dit al zoveel jaren te doen?
“Zeker, het is echt een van de mooiste dingen die er is. Kinderen kijken zo eerlijk naar de wereld, zo puur. Als je dat combineert met initiatief, kun je de hele wereld veranderen en ik geloof dat zij dat gaan doen.”
Is er een les die je is bijgebleven?
“Twee jaar geleden waren we op reportage. Mijn groepje wilde schrijven over het aanstaande verbod op plastic rietjes. Wij liepen naar de McDonalds waar de kinderen vragen stelden: Waarom rietjes? Waarom nog niet van papier? Helemaal goed, helemaal journalist. Waarop de dame van de McDonalds hen een ijsje aanbood. Onder mijn aanvoering hebben we beleefd geweigerd, want als journalist is onafhankelijkheid belangrijk. Daarna kwamen we weer samen met de andere kinderen. De één had een loempia gekregen en de ander een stroopwafel en die dit, en die dat… Je zou denken dat mijn groepje er beteuterd bij zou zitten, omdat ze geen ijsje hadden aangenomen. Maar ze waren trots: wij zijn journalisten, wij doen dat niet. Die leercurve kon niet mooier.”
Wat zou je zeggen tegen potentiële gastdocenten?
“Je krijgt er zelf zoveel voor terug. Als jij die kinderen één dag van je jaar geeft, dan geven ze jou een ander perspectief op je eigen wereld. Je leert net zoveel van hen als zij van jou.”